![]() Sinds erfgoedcel Kusterfgoed in 2016 het project lanceerde, zijn ze weer massaal opgedoken, de papieren bloemen. De winkeltjes zie je al van ver, de felle en intense kleuren contrasteren met het bleke zand. Het maken van strandbloemen is een ritueel in stand gehouden door oma’s en tantes en de kinderen stappen er graag in mee, met het serieux van echte verkopers. Zelf ben ik niet zo handig met crêpe papier. Een ordinair bloemetje maken lukt me wel, maar een wat creatiever ontwerp moet je mij niet vragen. Al zeker niet op het strand wanneer een noordzeebries de stroken papier doet flapperen en zand tussen draad, stokjes en schaar blaast. Mijn vingervlugge zus daarentegen heeft daar geen last van. Het frêle crêpepapier lijkt gewillig te luisteren en de doos met materiaal blijft onwaarschijnlijk net en zandkorrelvrij. Het is dus een feest wanneer ze zich aansluit bij onze cabine en in een handomdraai de meest fantastische bloemontwerpen maakt. Die crêpe bloemen brengen me terug naar mijn kindertijd, al vond ik heel die bloemisterij indertijd eerder flauwekul, meisjesgedoe. Zelf was ik meer met schoppen in de weer, bouwde forten en kastelen of liever nog speelde en zwom ik in zee. Dat verkopen van bloemen, waar mijn zus echt wel goed in was, vond ik maar niets. Het was maar af en toe dat ik in haar bloemwinkel was te zien. Toch voel ik nu nog de schelpen door mijn handen glijden, ik hoor nog het brosse geritsel en de plof van de schelpen in het plastiek emmertje. En hoe koper en verkoper gezamenlijk opdreunden: één pwanjee, twee pwanjee, drie pwanjee… We konden al snel tellen tot tien en zelfs tot vijftien en twintig. Ook in het Frans, ook in het Duits. Door die bloemenverkoop leerden we al snel enkele woordjes in andere talen. Het handjevol was trouwens afgeleid was van het Franse poignée. Dat betalen met handjevol schelpen was toch zo in De Haan. Op sommige andere stranden betaalde je met zaagjes. ‘Des couteaux’; ‘couteaukes’ op zijn Antwerps. Maar onze geldeenheid was dus de pwanjee. Mijn zus was niet alleen beter in het bloemen maken, ze was ook commerciëler aangelegd dan ikzelf. Zij verstond de kunst van ‘interessant betalen’. Je handen propte je niet te vol, want als een mooie bloem twaalf handjes ging, was je emmertje schelpen bijna helemaal leeg en mocht je weer gaan rapen… Omgekeerd was dat een andere zaak. Als jij de verkoper was en de klant gaf te kleine handjes, dan ging je daar niet zomaar mee akkoord. Elk handje werd ‘gemonsterd’, elk handje schelpen geïnspecteerd, zodat je toch maar voldoende geld kreeg voor je waar. Het probleem tegenwoordig is dat kinderen er zich gemakkelijk van afmaken. Ze lopen met een emmertje naar plekken waar veel schelpen op een hoop liggen, ‘voor het rapen’ dus. Maar in plaats van geduldig te rapen en enkel de gave exemplaren te nemen, schrapen ze gemakshalve een hoop schelpen bijeen, met een flinke dosis nat zand erbij, spoelen de zaak even snel af en zo hebben ze in een mum van tijd een hele emmer vol schelpen. En met dat kliedernatte schelpengeld vol zand en gruis gaan ze dan bloemen kopen. Tot overmaat van ramp zitten er tegenwoordig ook vaak levende nonnetjes tussen. Wat doet zich dan voor als zo'n emmer een zwoel nachtje in de cabine heeft gestaan? Precies! Kun Je de hele zwik schelpen wegkieperen. Tot ergernis van de kroost. Maar geen nood, een paar dagen later is mijn zus er alweer om de etalage bloemen aan te vullen. |
Af en toe een babbel.
Over zee en strand, over hooi en stro en polder, of over mezelf. Archieven
August 2023
Categorieën |