![]() Mijn vriend was op reportage in Leke, een boerengat in de Westhoek. Pas op: het klinkt misschien niet respectvol, maar ik heb niets tegen een boerengat, ook niets tegen de Westhoek, en al zeker niets tegen Leke, want daar woont één van de veeartsen die ik interviewde voor mijn boek. Mijn vriend was er om een stukje te maken in café ’t Stroompje waar ‘s lands oudste cafébaas zijn 93ste verjaardag vierde. Hij stond te wachten, micro al onder de duim. Op een gegeven ogenblik gaat de deur van het café open en een man komt binnen, een vracht bebladerde takken achter zich aanslepend. De stamgasten zien hem blijkbaar graag komen, want zowat elkeen pakt een tak mee. Mijn vriend wil nu toch graag weten waarvoor die takkerij wel mag dienen. Of hij graag konijn eet, soep en stoverij… vraagt de man met de takken. Begot ja, mijn vriend houdt van lekker eten en van boerenkost is hij al zeker niet vies. En zo krijgt hij ook een tak mee, want het is laurier, nu nog vers, maar eenmaal gedroogd een fijne kruiderij. Mijn vriend geraakt verder aan de babbel met de man met de takken. Zo komt hij te weten dat het een ‘oede’ veearts is. En niet zomaar een veearts. Het is Manuel Louf, één van ‘mijn’ veeartsen! Thuisgekomen brengt mijn vriend het verhaal in sappige geuren en kleuren. En ik ben de hemel te rijk met het verhaal en mijn tak laurier. Maar zo heeft Manuel me wel goed te pakken: elke blaadje laurier dat ik ooit nog gebruik, en dat zullen er nog vele zijn, zal me doen denken aan Manuel, dien oede veearts uit Leke. |
Af en toe een babbel.
Over zee en strand, over hooi en stro en polder, of over mezelf. Archieven
April 2023
Categorieën |