![]() Een intiem momentje tijdens interview met Dr. Lodewijk Ruytjens. Na 20 jaar haalt hij zijn werkplunje boven: grijze kiel en dito broek. Wat hij elke ochtend kraakvers aantrok om zijn visites te gaan doen. Zijn vrouw Marie-José had ze indertijd op maat laten maken. Jarenlang is hij zo op stap gegaan. Tot hij op een dag een jonge student meenam. Die was gekleed in dikke trui en gevoerde parka erboven. Van dan af is Marie-José ook dikke truien gaan breien en een stel van die (makkelijk wasbare) parka-jassen gekocht. Iedere veearts had wel zo’n beetje een eigen stijl. Tot in de jaren vijftig gingen er trouwens velen in kostuum naar de boerderijen, als 'menere de veterinair'. Dat was ook geen probleem, want de meeste kalvingen gingen vlotjes (nog geen dikbillen) en van keizersnedes was nog geen sprake. Maar wanneer ze begin de jaren de zestig keizersnedes begonnen te doen was het kostuum niet meer zo praktisch. En al droegen ze geen pak meer, de zaak afwerken in hemdsmouwen of trui was geen optie. Velen werkten toen gewoon in bloot bovenlijf. Het was behelpen in die tijd. Een zegen was het toen de rubberen kiel opkwam. Hij was ruim, kwam tot bijna op de grond, sluitend aan de hals, spannend om de biceps. Zo heb ik hem gekend, zo heb ik Jan gekend. Niet dat ik er veel bij was toen hij zijn keizersnedes deed. Ik was thuis voor de telefoon. En thuis om tangen en scalpels proper te maken, en die rubberen kiel te wassen. De intrumenten schrobde ik in de gootsteen, de rubberen kiel in de tuin. In een seule warm water met zeepsop het meeste vuil eraf, dan uitspreiden op het gras en alle restjes bloed en slijm wegwrijven. Dan weer spoelen en aan de draad hangen. Maar veel tijd om te drogen was er niet, want hij was alweer weg voor een volgende kalving. |
Af en toe een babbel.
Over zee en strand, over hooi en stro en polder, of over mezelf. Archieven
August 2023
Categorieën |