![]() De Haan bevrijd op 9 september 1944. Best dat één en ander op de facebookpagina Je ziet van den noane verschijnt, anders hadden we het niet geweten. Eén van de foto’s genomen aan de Driftweg brengt me terug bij de verhalen over mijn grootmoeder, Maria Cattoor. In nummer 18 in die straat had ze een epicerietje annex wijnhandel A la bonne cave. Dat daar in de oorlog niet veel drank werd verhandeld, lijkt me logisch, en voor de meeste kruidenierswaren moest met bonnen worden betaald. Het was wel zo dat het gezin van mijn moeder door dat winkeltje geen honger had hoeven te lijden. Angst daarentegen hebben ze wel gekend. Angst voor de bommen. Sommige nachten sliep mijn moeder, toen een jaar of 8, samen met haar ouders (mijn memé en pepé) onder de keldertrap. Een ruimte van amper twee meter op één, waar normaal de aardappelen werden gestockeerd. Comfortabel kon je het moeilijk noemen, maar ze voelden er zich wel veilig. Wat me verder uit de verhalen van de oorlog is bijgebleven, is dat de relatie met de Duitse bezetter niet alleen maar negatief was. Niet dat mijn grootouders zwartzakken waren, verre van, maar omdat ze een groot huis hadden, moesten ze Duitse soldaten herbergen. In de bovenste kamers sliepen drie soldaten. Na een eerste ongemakkelijk gevoel, werd het geluid van de soldatenschoenen op de trappen zelfs huiselijk en werd de omgang zelfs hartelijk. Het waren tenslotte ook maar jongens die ver van huis waren en om oorlog hadden ze ook niet gevraagd. Aandoenlijk vind ik wat mijn moeder daarover vertelt: ‘Voor ze ’s avonds gingen slapen, mochten ze bijschuiven aan de buzestove en hun voeten warmen. Memé zette dan thee en ze kregen er een stukje chocolade bij.' En pakkend vind ik het verhaal van Emil, want zo heette één van de drie. Hij had erg veel heimwee naar huis en sprak veel over zijn vrouw en vooral over zijn kleine dochtertje. Als respons breide memé poppenkleertjes die hij met Kerst opzond naar huis. Maar toen de bevrijding een feit was en de Duitsers vertrokken, waren mijn grootouders net als de meeste anderen erg blij. Om dat te vieren kochten ze een kistje exquise porto uit 1944. Die flessen werden slechts opengemaakt op zeer speciale gelegenheden en zo bleven er toen mijn grootouders gestorven waren, nog twee in hun kelder liggen. Eén ervan opende mijn moeder ter gelegenheid van het afstuderen van haar oudste kleinkind. Ondertussen is dat al 20 jaar geleden, maar toen smaakte de porto al mierzoet en lichtjes muf. De laatste fles gaf ze aan mij. Ik heb hem hier thuis staan en ik zorg er goed voor. En nee, hem kraken doe ik niet. Ook niet ter gelegenheid van 75 jaar bevrijding. |
Af en toe een babbel.
Over zee en strand, over hooi en stro en polder, of over mezelf. Archieven
April 2023
Categorieën |