![]() Er zijn geen schelpenteldagen nodig om me ervan te overtuigen dat schelpen iets magisch in zich dragen. Maar na de Grote Schelpenteldag van gisteren werd het me nóg duidelijker. Misschien omdat ik me dit keer al evenzeer ging focussen op de tellers dan op de tellingen? Er was de dame uit Antwerpen die er speciaal een weekend voor was afgekomen. Haar verhaal was doorspekt met nostalgie. Ze had als kind een paar jaar schoolgelopen in het zeepreventorium en die herinnering lokt haar telkens opnieuw naar de kust, naar de vloedlijn waar ze naast gezondheid ook schelpen zoekt die ze nog niet in haar collectie heeft. Er is de wat oudere, maar nog zeer kwieke vrouw met een fabuleuze voorliefde voor zaagjes. Als klein meisje al spaarde ze die schelpjes om er papieren bloemen mee te kopen, want op sommige plaatsen was dat het muntgeld. Spijtig genoeg betaalde je elders grofweg met ‘pwanjees’. Maar ze bleef ze sparen, de zaagjes, in twee grote glazen bokalen. Onlangs was ze verhuisd naar een assistentiewoning en heel veel van haar spullen achter moeten laten. Maar wat ze wél meenam waren haar duizenden zaagjes in de glazen bokalen. Er waren de vele kinderen die volledig opgingen in het rapen en wild werden wanneer ze een wenteltrapje of fuikhoren hadden gevonden. En dan die ogen die opbolden als bolleketten als ze hoorden dat sommige van die schelpkleppen wel honderdduizend jaar en meer konden zijn. Ze hadden een handjevol kleine fossielen geraapt! Een woord waar ze van kunnen dromen. Ook bijzonder was het moment dat vier veertigers, mannen op vriendenweekend, zich nieuwsgierig lieten maken. Hoe ze elk met hun rode emmertje 100 schelpen raapten en ze gaandeweg meer geïntrigeerd raakten door het fenomeen schelp. En het drietal zestigers dat bezweet kwam afgestruind na hun loopje van 8 kilometer. Ondanks dat ze snakten naar een douche, lieten ze zich meetronen en beleefden plezier aan de tweekleppige wondertjes. Zeg nooit meer schelp tegen een schelp, zei een van hen. Geen mens blijkt ongevoelig voor schelpen. En een keer de kiem gelegd is, zijn er velen die ermee doorgaan. Rapen, herkennen, bewonderen en sparen… in dozen, kistjes, schalen, bokalen, zelfs onder het glas van salontafels. Maar het eigenlijke waarom schelpen ons zo intrigeren, waarom we schelpen rapen en sparen, is me toch nog steeds niet helemaal duidelijk. Is het gewoon verzamelzucht? Of is het omdat elk schelpje zo puur, zo eenvoudig, maar toch zo mooi en uniek is? Of is het de neiging om door die schelpen te klasseren en te benoemen enige structuur willen scheppen, iets onder controle willen krijgen? Er is al zoveel chaos in ons leven. Of is het omdat zo’n tweekleppig wezen veiligheid, bescherming, beschutting symboliseert? Of omwille van de symbiose tussen week en sterk. Het weke diertje in de sterke schelp. Of moeten we het fenomeen gewoon niet willen verklaren en rapen we schelpen omdat zij de zee met zich meedragen en ze tot ons spreken in een mysterieus, onhoorbaar gefluister. |
Af en toe een babbel.
Over zee en strand, over hooi en stro en polder, of over mezelf. Archieven
August 2023
Categorieën |