![]() Vanuit elk raam van mijn huis heb ik zicht op koeien. Vanuit mijn living tot aan de wei ligt een klein straatje en tussen mijn tuin en de wei ligt niet meer dan een grachtje. Zo smult er wel eens een koe van de krulwilg, durf ik al eens bezoek krijgen van een koe in mijn kruidentuin en snuffelt al eens een vaars aan mijn auto. Het is dus niet vreemd dat ik iets met die beesten heb. Zeker wanneer ik boven aan het schrijven ben, brengt dat grazende en herkauwende vee me tot rust. En op een of andere manier matchen ze perfect met de windmolens die wieken op de achtergrond. Ik maak me soms zorgen om hen. Wanneer de nachten neigen naar het vriespunt en ik lekker onder mijn warme dons en naast een warme man lig, denk ik aan de koeien. Hoe de kou doorheen hun vacht in de toekomstige biefstukken kruipt. En wanneer het een dag lang slagregent en ze proberen wat te schuilen onder een armzalig knotwilgje, hun kont naar de wind toe gedraaid, voel ik hun heimwee naar de beschutting van de boerderij. Dan verlangen ze naar de stal. Als is het daar op culinair vlak geen top. De silo lijkt me niet appetijtelijk en het hooi is toch wel droog. Dan staan ze wellicht alweer te verlangen naar de zomer en het gras dat groen zal zijn en sappig. |
Af en toe een babbel.
Over zee en strand, over hooi en stro en polder, of over mezelf. Archieven
August 2023
Categorieën |