![]() Dat ik veel moest eten, zei mijn huisarts al eerder. Veel eiwitten om mijn spiermassa op peil te houden, wat geen evidentie is. En veel calorieën binnendoen voor extra energie. Niet omdat ik zo actief ben, bij god nee, een bezige bij ben ik al een poos niet meer. Ik leef nu op een traag en rustig ritme. Maar veel energie blijft nodig. En liefst nog wat extra, want ook dat monstertje in mij wil eten, wil groeien. Het wil me zelfs de baas zijn. Het slurpt energie en het geneert zich zelfs niet om op gezette tijden te laten weten dat het honger heeft. Een vreemd idee! Gelukkig dat het me niet aan eetlust ontbreekt. Ik heb altijd graag gegeten, zij het sober en evenwichtig. Vers en kwalitatief vond ik belangrijk, een gezonde manier van leven zat organisch vervlochten doorheen mijn levensvisie. Nog steeds zindert die manier van leven door, maar dan komt ook de bedenking: gezond en positief leven mag dan nog de basis zijn, het hangt er ook van af welk lotje je trekt. Dit weekend las ik in de Zeno, de weekendbijlage van De Morgen: ‘Als je kanker hebt zijn calorieën belangrijker dan gezonde voeding.’ De titel alleen al had meteen effect op me: extra choco op de boterham, nog een witlof-in-hesprolletje, een derde eitje en wat bananen tussendoor. Even kreeg mijn eetgedrag de proportie van binnen proppen. Wat natuurlijk ook niet de bedoeling kan zijn. Terug naar gewoon dus, want zonder je het weet ligt een indigestie op de loer. Wel spijtig in dit maaltijdverhaal, is dat het samen-tafelen met de hele bende kinderen en kleinkinderen niet meer kan. Een avond met vele stoelen rond de tafel, gekletter van bestek en een goed gevulde Le Creuset-pot zit er niet meer in. Een teveel aan prikkels schudt dat egoïstische monster in me wakker. En dan gaat het razen, gaat het brullen. Enkel met voorzichtigheid krijg ik het onder controle.. Dus momenteel is de maaltijd een ‘tête à tête’, ‘en petit comité’ of ook al eens alleen, maar dan wel altijd met een kaarsje erbij. Wat wijn betreft, ben ik al eerder overgeschakeld op ‘Chateau du Robinet’. Ook niet te versmaden. En in termen van calorieën, eiwitten, zetmeel, vitamines en mineralen denk ik al niet meer. Alleen nog ‘het is lekker, het smaakt’. ![]() ‘Man met saxofoon’ werd geschilderd door dr. Jan Goderis (†2011). Telkens ik het zie, doet het me denken aan de ramp met de ramp met ‘The Herald of Free Enterprise’. Dit was op 6 maart 1987: vandaag dus dertig jaar geleden. Toen het gebeurde woonde Jan Goderis in Zeebrugge waar hij een huisartsenpraktijk had. Hij was trouwens ook dokter was in het Medisch Schooltoezicht in Blankenberge. De dag na de ramp vertelde hij: ‘Ik kreeg een telefoontje rond halfacht ’s avonds. Ik moest me melden in de haven omdat er een ongeluk was gebeurd met een schip, maar meer uitleg kon men me niet geven. Ik vertrok meteen, zonder de weg in die immense haven te kennen, maar werklui wezen me waar ik moest zijn. En daar hoorde ik wat er was gebeurd: de veerboot die de haven richting Dover uitvaarde, had slagzij gemaakt. De mannen van de sleepboot Sea-Horse hadden het opgemerkt, waren er naartoe gevaren, aan boord geklommen en al een aantal mensen kunnen evacueren.’ ‘In een loods trof ik een vijftiental geredde Engelse toeristen aan. Met nog de schrik in hun ogen, vertelden ze hoe het schip was begonnen wankelen en omgeslagen, de stroom was uitgevallen en alles pikdonker was geworden. Luisterend naar hun verhaal diende ik de eerste hulp toe, tot de ziekenwagens aankwamen en hen wegvoerden naar warmte, opvang en verdere verzorging. Er kwamen steeds meer ambulances aangereden en uit alle ziekenhuizen van de regio stroomde hulp toe. Echt veel kon er wel niet gedaan worden. Het was vooral lang wachten op de volgende groep passagiers die met boten en helikopters van het schip werd gehaald.’ Aan zijn stem was te merken hoe het hem getroffen had: ‘Het was ijskoud, er stond een snijdende wind en stilaan begonnen we de omvang van de ramp te beseffen.’ Die gebeurtenis liet hem niet onberoerd. En zoals ieder ander die ergens met de ramp was betrokken geweest, zocht hij op zijn manier om de opgedane emoties te verwerken. Goderis, die in zijn vrije tijd ook schilderde, maakte in de maanden erna drie doeken. Erg expressieve, getormenteerde werken werden het. In de gedroogde verf zit de angst en de paniek van de opvarenden en in het canvas voel je de onmacht van de redders. Dit is een ander schilderij van Jan Goderis, dat vrijwel niets te maken heeft met bovenstaand verhaal, maar toch blijf ik het associëren met de gezonken veerboot. ![]() Het voorjaar is nooit mijn lievelingsseizoen geweest en al zeker dit jaar heb ik het ronduit moeilijk met de jonge lente. De dagen lengen, de twijgen botten, struiken lopen uit, het groen schiet boven en de zon doet buitensporig enthousiast. Er zijn echt wel dagen dat ik daar vrolijk van word. Maar lang niet altijd. Dan is het licht me te fel, de kleuren te scherp. Het geel kraait, het blauw krijst en het gras is van een te schreeuwerig groen. Die bom van licht maakt me onrustig. Het doet me denken aan vorige lente, toen er nog niets aan de hand was. Of aan de hand leek… Het kon zich maar zo veelbelovend aankondigen, de lente en de zomer van 2022. Ik zou nog eens gaan stappen in Engeland met mijn oudste kleinzoon, met twee van mijn kleindochters was er een trip naar Parijs gepland en ik was begonnen aan een roman over het vergaan van Testerep. Het voorbereidende werk was af en ik had zoveel zin om aan de slag te gaan. En nog zoveel meer boeiende zaken zaten eraan te komen, maar ik heb die allemaal geschrapt van zodra ik het slechte nieuws hoorde. Categoriek. Het was mijn enige verdedigingsmechanisme. Het was de enige manier om nog zoveel mogelijk uit het leven te halen. Er was veel dat ik niet meer kon, maar alles wat nog mogelijk was, zou ik puren. Op mijn manier. Ik denk dat ik de juiste keuze maakte. Na de zaak zo nuchter en positief mogelijk te hebben bekeken, koos ik om de ziekte in mijn lichaam zijn beloop te laten. Ik heb geluisterd naar de oncoloog en de huisarts. Zij hebben geluisterd naar mij en zijn samen met mij op weg gegaan. Dus geen behandeling, geen verdere foto’s, onderzoeken en ziekenhuistoestanden. Het leek toen de beste optie en dat is het ook nu nog, na zoveel maanden. Voor de duidelijkheid: had het er beter voor me uitgezien, had ik me wel laten behandelen. Zeker weten. Maar het zag er niet goed uit. Ik heb geen spijt van mijn beslissing, want een half jaar heb ik nog maximaal kunnen genieten. Heel bewust en met momenten ook wel heel intens. En hoewel het nu wat lastiger begint te gaan, doe ik dat nog steeds. De lat moet ik wel steeds lager leggen. Naar het boompje stappen, zit er niet al meer in. De trap op en af, wordt steeds meer een expeditie. Maar misschien juist daardoor, omdat niet veel meer kan, worden de goeie momenten nog waardevoller. Een haiku schrijven, even in de tuin of aan de voordeur een foto nemen, een warme babbel, een knuffel… en zoals daarnet een volkoren boterham met een stuk Chamois d’Or. Op de vraag hoe ik me nu voel, moet ik antwoorden dat ik het echt niet weet. Waarmee zou ik het moeten vergelijken? Ik ben vroeger nooit ziek geweest. En met wie kan ik vergelijken? Kun je pijn vergelijken? Ongemak vergelijken? Ademnood vergelijken? Het is vaak lastig, maar zolang ik me in een goed boek kan vastbijten en me laten gaan in een warme babbel, is het leven goud waard. Of beter dan goud: het is ochtenddauw en avondrood, en ja, het voelt ook troostend als nevel over de velden. Het is wellicht dus niet zo vreemd dat ik bang ben voor de komende lente. Een voorjaar en misschien zomer zonder wandelen door de velden, zonder fietsen door de Polders, zonder schelpen rapen aan zee. Maar het is te nemen of te laten. Op mijn manier haal ik het onderste uit de kan. Nog steeds. Laat het voorjaar dus maar komen. Mijn verrekijker staat binnen handbereik, om de merels en de pimpelmezen te begluren. Laat de lente maar komen. |
Af en toe een babbel.
Over zee en strand, over hooi en stro en polder, of over mezelf. Archieven
April 2023
Categorieën |